ook AudiNed maakt zich zorgen

Verschillende instanties in de branche trokken aan de bel n.a.v. de zorgelijke prijs- en kwaliteitsontwikkeling in hoorzorg. E.e.a. heeft ook impact op het functioneren van de audicien als hoorzorgprofessiona. Daarover maakt AudiNed zich zorgen en stuurde in navolging van o.a. De Kwliateistaudiciens en Stichting Hoormij in oktober een brief aan WVS, NZA en diverse andere instanties.

 ‘Zorgverzekeraars draaien audiciens de duimschroeven aan. De gemiddelde prijs van een hoortoestel is al gedaald van € 1.000 in 2010 tot € 550 in 2019 en voor 2020 eisen grote zorgverzekeraars een verdere prijsdaling met percentages die oplopen tot 30%. Dat lijkt goed nieuws voor slechthorenden en het lijkt ook een knappe beteugeling van zorguitgaven. De effecten van deze buitenproportionele prijsdruk zijn echter hoogst nadelig voor slechthorenden en voor audiciens. AudiNed, de beroepsorganisatie van audiciens in Nederland, maakt zich dan ook grote zorgen.

Ogenschijnlijk gaat alles goed

De meeste audicienbedrijven zijn nu nog in staat om te kunnen voldoen aan de kwaliteitsnormen die de Stichting Audicienregister stelt aan hoorzorg. Een enkel bedrijf is blijkbaar nog in staat om de eigen bijdrage van klanten voor zijn rekening te nemen. Maar nu al zijn er bedrijven die geen contract meer aangaan met zorgverzekeraars en nu al worden meer geavanceerde hoorhulpmiddelen niet meer aangeboden binnen het door zorgverzekeraars geaccepteerde en vergoede pakket.

Minder tijd voor klanten

De grootste zorgverzekeraar legt audicienbedrijven voor 2020 een verdere prijsverlaging op van maar liefst 30%. Audicienbedrijven worden hierdoor gedwongen om vestigingen te sluiten, het assortiment aan hoorhulpmiddelen te beperken en audiciens te stimuleren minder tijd te besteden per klant. Audiciens ervaren die tijdsdruk nu al, juist nu veel klanten om meer tijd en aandacht vragen omdat ze alle mogelijkheden van ‘slimme’ connectieve hoorhulpmiddelen willen verkennen en benutten, of juist omdat ze kampen met beginnende of al gevorderde cognitieve beperkingen, om nog maar te zwijgen van klanten met een complex hoorprobleem.

Sturing op het goedkoopste hulpmiddel

De een-na-grootste zorgverzekeraar contracteert een en dezelfde prijs voor alle toestelcategorieën. Audiciens worden hierdoor geprikkeld om de slechthorende op pad te sturen met het goedkoopste hoortoestel uit het assortiment. Vooral van minder geïnformeerde klanten zullen geen klachten te horen zijn, omdat ze niet weten welke rehabilitatievoordelen met betere hoorhulpmiddelen te behalen zijn.

Innovaties in Nederland later beschikbaar dan elders

De hoge prijsdruk heeft tot gevolg dat hoortoestelinnovaties in Nederland pas na jaren instromen in het verzekerde pakket. Nederlandse slechthorenden zijn hierdoor slechter af dan hun lotgenoten in andere Europese landen. Nu al wordt 20 tot 30% van alle hoortoestellen in Nederland aangeschaft zonder vergoeding vanuit de zorgverzekeringswet. Dit probleem wordt groter nu de technische ontwikkelingen in hoorhulpmiddelen in een stroomversnelling raken.

Ook bij hoorhulpmiddelen is software inmiddels belangrijker dan de hardware. Geldkostende updates die uitbreiding of een wezenlijke verbetering bieden van de prestaties van het hoorhulpmiddel worden niet alleen niet vergoed door de zorgverzekeraar, maar mogen bij veel zorgverzekeraars niet eens worden aangeboden aan slechthorenden die al beschikken over een vergoed hoorhulpmiddel.

Zorgplicht en toegankelijkheid in het geding

Audiciens betwijfelen of zorgverzekeraars nog wel voldoen aan hun zorgplicht. Er is sprake van een toenemend onevenredige machtsbalans tussen aanbieders en inkopers van hoorzorg. Dat gaat ten koste van het binnen het basispakket beschikbare assortiment, van de tijd en aandacht die aan individuele zorgvragers kan worden besteed en van de toegankelijkheid van hoorzorg. Slechthorenden met een wat meer complexe zorgvraag worden eerder verwezen naar een audiologisch centrum. Verdere toename van de prijsdruk leidt onvermijdelijk tot bedrijfssluitingen en tot het verdwijnen van vakbekwame audiciens. Die audiciens zullen we nog hard nodig hebben om de slechthorenden te helpen die nu nog niet geholpen worden of die pas veel te laat een beroep doen op hoorzorg.”