AudiNed onderschrijft het NOAH-4 protocol

AudiNed neemt deel aan NOAH (Nationaal Overleg Audiologische Hulpmiddelen. Dit overlegorgaan stelde in december 2008 het NOAH-3 protocol Hoortoestel aanpassingen op. In maart 2013 zijn er aanpassingen aangebracht aan het NOAH-3 protocol en gaat dit protocol verder onder de naam NOAH-4 protocol. Het NOAH-4 protocol is een bijlage bij de “Veldnorm Hoortoestelverstrekking 2013”, maar het is wel een integraal onderdeel van deze veldnorm.

Het NOAH protocol beschrijft duidelijk de criteria die moeten worden aangehouden bij het aanpastraject van hoortoestellen bij de slechthorende. Net als het NOAH-3 protocol beschrijft het NOAH-4 protocol de verdeling van taken en verantwoordelijkheden van de professionals op het gebied van de hoorzorg (audicien, huisarts, KNO-arts, audioloog). Ten opzicht van het NOAH-3 protocol zijn er een aantal wijzigingen. De wijzigingen van belang voor de dagelijkse praktijk van de audicien zijn:

  • De leeftijdscriteria volgens het NOAH-4 protocol

    • Kinderen tot 18 jaar moeten worden doorverwezen naar het audiologisch centrum (was tot 16 jaar).

    • Bij volwassenen van 67 jaar en ouder waarvoor geen indicatie voor KNO-arts of AC bestaat mag de audicienzelfstandig eerste aanpassingen en herhaalaanpassingen uitvoeren (was 65 jaar en ouder).

    • Bij cliënten tussen 18 en 67 jaar waarvoor geen indicatie bestaat voor doorverwijzing naar KNO-arts of AC mag de audicien zelfstandig herhaalaanpassingen uitvoeren. (was tussen 16 en 65 jaar).

  • De definitie van een conductieve component als doorverwijscriterium

In het NOAH-4 protocol is de definitie van een significant geleidingsverlies: het gemiddeld verschil tussen de meting van de luchtdrempels en de beendrempels van 15 dB of meer, gemiddeld over 4 frequenties (500 Hz, 1000 Hz, 2000 Hz en 4000 Hz).

NOAH heeft aan AudiNed gevraagd om, net als de andere leden van NOAH, het NOAH-4 protocol te onderschrijven. AudiNed is van mening dat de omschrijving van de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen in de hoorzorg recht doet aan de kennis en kunde van de audicien en zal daarom het NOAH-4 protocol onderschrijven. Zij hoopt dat hiermee het eenduidige beleid met betrekking tot doorverwijzing naar de verschillende voorschrijvers kan worden voortgezet.